ELECTRONICA EN MODELBOUW  CLUB ROZENBURG (E.M.C.R.)

 

TERREINREGLEMENT (versie 2016-12-21)  





Inhoud

Artikel A – Begripsbepalingen
Artikel B – Algemene- en bijzondere voorschriften
Algemeen:
Bijzonder:

Artikel C – Voorschriften ten aanzien van de gebruikers en bezoekers
Artikel D – Voorschriften ten aanzien van de modelvliegtuigen
Artikel E – Voorschriften ten aanzien van zenders en frequentiegebruik
Artikel F – Voorschriften ten aanzien van het gebruik van de pits en het veld
Artikel G – Voorschriften ten aanzien van de vliegactiviteiten
Artikel H – Voorschriften ten aanzien van incidenten en ongevallen

 

Artikel A – Begripsbepalingen 

In dit reglement wordt verstaan onder:

• Club: De Elektronica en Modelbouw Club Rozenburg (E.M.C.R.)
• Lid/Leden: De leden, ereleden en donateurs van de E.M.C.R.
• Modelvliegterrein: Het vliegterrein (terrein) van de Elektronica en Modelbouw Club Rozenburg aan de Noordzeeweg 15 te Rozenburg.
• Veld: Het gedeelte van het vliegterrein waar gestart en geland mag worden.
• Pits: Het gedeelte van het vliegterrein waar de modelvliegtuigen worden opgesteld en mogen worden geserviced.
• Pilot Box: Het laag afgehekte deel voor de pits waar de piloten tijdens de vlucht plaats nemen.
• Turbinestartplaats: Het betegelde deel naast de Pilot Box waarboven turbinemotoren gestart worden.
• Modelvliegtuig: Zie de regeling Modelvliegen van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 2 december 2005 nr. HDJZ/LUV/2005-2297, waarin wordt verstaan onder een modelvliegtuig: Een 
luchtvaartuig van geringe afmeting, waarvan de totale startmassa niet meer dan 25 kilogram bedraagt. 
• Gebruiker: Hij/zij die op het terrein de modelvliegsport en/of de modelbouwhobby beoefent, waaronder, behalve alle directe vliegactiviteiten, ook alle technische werkzaamheden aan de modelvliegtuigen
dienen te worden verstaan.
• Het Bestuur: Het bestuur van de E.M.C.R. zoals bedoeld in Artikel 10 van de Statuten.
• Dagelijks Bestuur: De Voorzitter, Secretaris en Penningmeester.
• Bezoeker: Iedere betreder van het terrein, met uitzondering van de Terreincommissaris en de gebruikers.


Artikel B – Algemene- en bijzondere voorschriften 

Algemeen: 
Op het terrein zijn de laatste uitgaven van de volgende regelingen, reglementen en voorschriften van kracht;

• De Regeling Modelvliegen van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 2 december 2005 nr. HDJZ/LUV/2005-2297,
• Het KNVvL Basis Veiligheidsreglement Modelvliegsport 2012,
• Het E.M.C.R. Huishoudelijk Reglement
• Dit Terreinreglement,
• De AIP Luchtvaartgids Nederland (vliegtijden), 

Bijzonder: 
1. Van het terrein mag worden gebruik gemaakt op:
Maandag t/m zondag van 09.00 uur, tot zonsondergang.

Onverminderd het hierin bepaalde mag er slechts gevlogen worden gedurende de uniforme daglichtperioden voor VFR – vluchten, zoals gepubliceerd in de AIP Luchtvaartgids.
Gedurende bovengenoemde dagen / uren mag het terrein uitsluitend worden gebruikt voor de beoefening van de modelvliegsport. Hiervan mag slechts worden afgeweken na voorafgaande uitdrukkelijke toestemming van het Bestuur.

2. Het parkeren van auto’s en motoren van gebruikers, zowel als bezoekers, dient aan de overzijde van de Noordzeeweg te geschieden.

3. Voor onbevoegden, kinderen en loslopende honden, is de toegang tot het terrein verboden.
    Toeschouwers dienen, vanaf de weg gezien, vóór het hoge veiligheidshek, en rechts van het toegangspad, te blijven.


Artikel C – Voorschriften ten aanzien van de gebruikers en bezoekers 

1. Iedere gebruiker van het terrein wordt geacht op de hoogte te zijn van de van kracht zijnde algemene en bijzondere voorschriften. 

2. Iedere gebruiker van het terrein dient in het bezit te zijn van een geldige, op zijn naam gestelde, KNVvL lidmaatschapskaart en het, voor de categorie modelvliegtuig waarmee wordt gevlogen, geldige modelvliegbrevet. 
Gebruikers die niet in het bezit zijn van een geldig brevet, mogen uitsluitend vliegen onder persoonlijk toezicht van een E.M.C.R. Instructeur of een door het Bestuur daartoe gemachtigde andere persoon. 

3. Een gebruiker van het terrein is verplicht de vereiste documenten, op eerste verzoek van een E.M.C.R. bestuurslid, direct ter inzage te geven. 

4. Een bezoeker mag het terrein slechts betreden onder begeleiding en verantwoordelijkheid van een lid van de E.M.C.R. Het begeleidende E.M.C.R. lid is verantwoordelijk voor het op de hoogte stellen van
de bezoeker van de op het terrein geldende regels en voorschriften. Betreden van het terrein door een bezoeker geschiedt geheel op eigen verantwoordelijkheid. Het E.M.C.R. Bestuur aanvaardt geen enkele verantwoordelijk voor schade of ongeval een bezoeker op het terrein overkomen. 

5. Bezoekers mogen zich bevinden in en om (terras) het clubhuis en, onder directe begeleiding van een E.M.C.R. lid, op de bankjes tegen het zuidelijke hek om het terrein. 

6. Gastvliegen is niet toegestaan, behoudens speciale toestemming van het Bestuur. Zie het Huishoudelijk Reglement. 


Artikel D – Voorschriften ten aanzien van de modelvliegtuigen 

1. Op het terrein mag uitsluitend gevlogen worden met goedgekeurde vliegwaardige modelvliegtuigen, voorzien van een door de club verstrekte keuringssticker, eventueel naam en adres van de gebruiker/eigenaar, en ingeschreven in het keuringsregister. 
De modelvliegtuigkeuring wordt uitgevoerd door daartoe door het Bestuur aangestelde clubleden. Dit zijn vooralsnog de Instructeurs. 

2. Keuring van modelvliegtuigen geschiedt op basis van het KNVvL Basis Veiligheidsreglement Modelvliegsport, Hoofdstuk 6 – Technische Voorschriften en Bijlage 4: Keuring van Modelvliegtuigen. 

3. Met modelvliegtuigen die (nog) niet gekeurd en/of geregistreerd zijn mag uitsluitend worden gevlogen in directe aanwezigheid van tenminste één persoon die door het Bestuur is aangesteld voor het keuren van modelvliegtuigen. 

4. Onverminderd het in het vorige lid bepaalde, zijn vluchten met modelvliegtuigen zonder keuring en/of registratie alleen toegestaan als het Bestuur daartoe zijn uitdrukkelijke toestemming heeft gegeven. 

5. Voor radiobestuurde modellen mag het maximale geluidsniveau niet meer bedragen dan 80 dB(A) op 7 meter afstand ( 2 takt motoren). De E.M.C.R. hanteert daarnaast voor 4 takt motoren een maximaal geluidsniveau van 85 dB(A). Voor alle benzinemotoren geldt een maximaal geluidsniveau van 89 dB(A). 


Artikel E – Voorschriften ten aanzien van zenders en frequentiegebruik 

1. Zenders waarvan op het terrein gebruik wordt gemaakt, dienen aan de wettelijke eisen te voldoen en van een CE goedkeuring te zijn voorzien. Men mag uitsluitend gebruik maken van de door het bevoegde ministerie toegestane frequenties. 

2. Videozenders welke gebruikt worden voor FPV dienen aan de wettelijke eisen te voldoen en van een CE goedkeuring te zijn voorzien. Het zendvermogen mag de wettelijke voorgeschreven 25mW bij 5,8 GHz en 10mW bij 1,2 / 1,3 GHz niet overschrijden.


Artikel F – Voorschriften ten aanzien van het gebruik van de pits en het veld 

1. Modelvliegtuigen dienen in de pits te worden opgesteld

2. Grote modelvliegtuigen mogen de doorgang in de pits niet belemmeren. Zij kunnen aan de veldzijde van het veiligheidshek worden opgesteld, waarbij ze de doorgang naar de pits en de pilot box niet mogen belemmeren.

3. Verbrandingsmotoren mogen alleen op het veld gestart worden. ( TOEGEVOEGD )

4. Turbinemotoren mogen alleen bij de betegelde turbinestartplaats gestart worden.

5. De ruimte achter de container is aangewezen om motoren in te draaien.

6. Op gezette tijden, maar vooral in de zomer, zal er veldonderhoud worden gepleegd, b.v. grasmaaien. Dit zal zo veel mogelijk gebeuren in de ochtenduren om vlieghinder te vermijden. Wanneer door hen die het onderhoud uitvoeren dit wordt aangegeven, mag er niet gevlogen worden.

7. Na een crash moeten de eventuele brokstukken door de gebruiker van het veld worden verwijderd en van het terrein worden afgevoerd.

Artikel G – Voorschriften ten aanzien van de vliegactiviteiten 

1. Gedurende het vliegen stellen gebruikers zich op in de pilot box, met uitzondering van punt 3.

2. Voor hoveroefeningen met helicopters en drones binnen een straal van 20 meter kan gebruikt gemaakt worden van de hoverzones op de uiteinden van het veld aan de Noordzeewegzijde. De in gebruik zijnde hoverzone is afhankelijk van de windrichting, raadpleeg hiervoor het informatiebord in het clubhuis.

3. Om het modelvliegtuig voor de start op het veld te zetten en weer op te halen na de landing, mag van één helper gebruik worden gemaakt. Gebruiker zowel als helper zorgen er voor dat zij zich zo kort mogelijk op het veld bevinden.

4. Voordat men het veld betreedt, maakt men dit kenbaar.

5. Bij starten en landen is het volgende van toepassing:
• Het starten van een modelvliegtuig dient te worden aangekondigd met een luid en duidelijk geroepen “START” 
• Het landen dient te worden aangekondigd met een luid en duidelijk geroepen “LANDING”
• Indien zich een storing voordoet waardoor een zich in de lucht bevindend modelvliegtuig on- of slecht bestuurbaar is geworden, dient de (nood)landing te worden aangekondigd met een luid en duidelijk geroepen “STORING”, zodat iedereen ter plaatse de vereiste voorzichtigheid in acht kan nemen.

6. Het vliegen boven de pits, boven de hoofden van de andere gebruikers en boven de Noordzeeweg is ten strengste verboden.

7. Het is verder verboden:

8. Vanuit de pits te starten of in de pits te taxiën.

9. In de richting van de pits op te stijgen, te vliegen, of te landen.

10. Om binnen een afstand van 10 meter voor andere vliegende gebruikers langs te vliegen. Zie de markeringen op het veld.

11. De minimale vlieghoogte buiten de grenzen van het terrein, behalve bij opstijgen en landen/noodlanden, bedraagt 25 meter. Let hierbij ook op wandelaars op de dijk, noord van het veld, langs de Waterweg.

12. De maximale vlieghoogte is als gesteld in de geldende Regeling Modelvliegen van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. Op het E.M.C.R. terrein is de maximale vlieghoogte 300 meter.

13. Iedere opzettelijke handeling van een gebruiker die het goed en/of veilig vluchtverloop van het eigen modelvliegtuig, of dat van (een) andere gebruiker(s) in gevaar brengt, is in strijd met veilig modelvliegen en kan leiden tot schorsing van het E.M.C.R. lidmaatschap of ontzegging van de toegang tot het terrein, van niet leden. 

14. Bij onenigheid of meningsverschil met (mede)gebruikers of bezoekers betreffende het vliegen en /of gebruik van het terrein, neemt de betreffende gebruiker direct contact op met het Bestuur. 

15. Voor het vliegen met turbine aangedreven vliegtuigen gelden dezelfde regels als die aangegeven voor motorvliegtuigen. Het wordt geadviseerd tijdens het vliegen een waarnemer/spotter naast de piloot te hebben, teneinde de waarneming van andere vliegactiviteiten van andere gebruikers te optimaliseren en de vliegveiligheid te bevorderen.
Bij vliegactiviteiten met turbine vliegtuigen dient een brandblusser aanwezig te zijn. 

16. Verder is het volgende van toepassing:
• Indien een gebruiker niet daadwerkelijk vliegt, houdt hij/zij zich op buiten het veld. Alleen in overleg met andere aanwezige leden mag hiervan worden afgeweken. 
• Het betreden van gebied dat het terrein omgeeft, b.v. voor het ophalen van een modelvliegtuig na een zogenaamde buitenlanding is uitsluitend toegestaan na afstemming met de aanwezige piloten.
Hierbij zal de grootst mogelijke voorzichtigheid in acht worden genomen en beschadiging van het gebied worden voorkomen. 

17. Voor FPV-racen is het volgende van toepassing:
• Het racen vindt plaats aan de westzijde van het veld. In dit gebied kan er doorlopend op lage hoogte gevlogen worden wanneer er ook andere types vluchten plaatsvinden op de rest van het veld.
• De poortjes worden door de gebruikers zelf neergezet en na afloop weer opgeruimd.
• Er dient ten allen tijde een spotter aanwezig te zijn.
• Vooraf dienen de piloten zich ervan te vergewissen dat er geen zelfde video-frequenties gebruikt worden.
• De piloten en spotter(s) bevinden zich tijdens het racen achter het hek.
• Zo lang er gevlogen wordt mag het parcours niet worden betreden.
• Het besturen van een multicopter via FPV is enkel toegestaan aan piloten die én in het bezit zijn van het multicopterbrevet én na expliciete toestemming van een Multicopter Examinator.
• Een lid kan pas ongelimiteerd gebruik maken van de race-zone na expliciete toestemming van een multicopter examinator. Voor het verkrijgen van deze toestemming zal een proefvlucht in een parcours beoordeeld worden door de examinator. Tijdens deze proefvlucht dient het lid te tonen voldoende controle over het toestel te hebben bij het parcoursvliegen.
• Startende racepiloten wordt toegestaan het gehele veld voor oefenvluchten te gebruiken, dit echter enkel wanneer de drukte dat toelaat en na akkoord van de andere aanwezige piloten. Wanneer het hele veld voor FPV-racen gebruikt wordt mag er niet worden gevlogen met andere toestellen. 
• FPV mag alleen worden beoefend indien er sprake is van een werkend leraar-leerling systeem.

18. FPV gebruik op vliegtuigen:
• FPV op vliegtuigen wordt toegestaan. Indien een lid met een vliegtuig wil FPV-en zijn hier dezelfde regels ( Artikel E, punt 3 ) aan gebonden als bij het droneracen. 
Extra stellen we verplicht dat er ten alle tijde een leraar/leerling systeem aanwezig is. Overpakken van een zender wordt niet getolereerd.

Artikel H – Voorschriften ten aanzien van incidenten en ongevallen

1. Het is gebruikers noch bezoekers toegestaan zich op zodanige wijze te gedragen of te vliegen, dat het gevaar oplevert of kan leveren voor personen of zaken.

2. Bij ernstige persoonlijke verwonding of letsel dient een andere aanwezige (naar beschikbaarheid), de hulp van hulpverleners in te roepen door 112 te bellen. 

3. Van incidenten, waaronder (vlieg)ongevallen of bijna (vlieg)ongevallen c.q. gevaarlijke situaties, ernstige persoonlijk verwonding/letsel, al of niet als gevolg van (vlieg)activiteiten in de pits of op het veld, en schade toegebracht aan derden, dient een incidentenrapport te worden opgemaakt door een van de aanwezige (gebrevetteerde) gebruikers, naar senioriteit.

4. Het incidentenrapport dient een duidelijke en volledige omschrijving van het gebeurde te bevatten en getuigen moeten bij naam worden genoemd. Eventuele getuigenverklaringen dienen te worden genoemd in het rapport en er aan worden toegevoegd.

5. Blanco incidentenrapporten bevinden zich in de documentenlade in de archiefkast in het clubhuis.

6. Een incident waarvoor een incidentenrapport wordt opgemaakt, moet zo spoedig mogelijk door de aanwezige (gebrevetteerde) gebruiker per e-mail aan het Dagelijks Bestuur worden gemeld. Zij op hun beurt zullen het voltallig Bestuur op de hoogte stellen. 
Het Bestuur zal, zo nodig, nader onderzoek doen naar het incident en, waar vereist, maatregelen treffen ter voorkoming van toekomstige gelijksoortige incidenten.

7. Schade door een gebruiker aan derden toegebracht, door fouten of nalatigheid, kan wellicht worden verhaald op die gebruiker. Bij botsingen in de lucht (mid-air-collission) is er veelal sprake van een
wederzijdse “schuld” in welk geval geen verhaal mogelijk is.
Schade aan derden toegebracht dient door de veroorzaker en/of de derde(n) direct te worden gemeld aan het Dagelijks Bestuur.

8. In het clubhuis is E.H.B.O. materiaal beschikbaar. Zijn gebruikers actief op het terrein, bij een gesloten clubhuis, dan zijn zij zelf verantwoordelijk voor eerste hulp materiaal en/of het inroepen van eerste
hulp.


Het E.M.C.R. Bestuur,
Datum: 26 augustus 2017.


Tom de Weerdt, Voorzitter


Peter Kruijt, Secretaris 


Terug naar boven 

 


     
Aanvullend Terreinreglement E.M.C.R. (versie april 2016)


Op onze vlieglocatie zijn van kracht
• De “Regeling Modelvliegen”, (Ministerie van V.&.W.)
• Het “BVR-Basis Veiligheids Reglement”, (KNVvL, afd. Modelvliegsport)
• Het “Terreinreglement”. (KNVvL, afd. Modelvliegsport)
• De “Richtlijnen voor door gasturbines aangedreven modelvliegtuigen” en 
de “Gedragscode” die daarbij hoort. (KNVvL, afd. Modelvliegsport)

Als aanvulling hierop zijn onderstaande regels opgesteld welke specifiek zijn voor onze
vlieglocatie
• Voor onbevoegden is de toegang tot dit veld verboden
• Toeschouwers dienen voor het hoge veiligheidshek te blijven. (gezien vanaf de weg)
• Auto’s dienen altijd aan de overzijde van de weg te worden geparkeerd.
• Voor kinderen en loslopende honden is onze vlieglocatie verboden terrein.
• Op gezette tijden en meestal zomers zal er veldonderhoud worden gepleegd (b.v. 
grasmaaien). Dit zal zo veel mogelijk gebeuren in de ochtenduren om zo weinig mogelijk
vlieghinder te veroorzaken. Wanneer dit wordt aangegeven, door hen die het onderhoud
plegen, mag er niet gevlogen worden. 
• Gastvliegen uitsluitend na toestemming van Bestuur. Gastvliegers moeten aantoonbaar lid
zijn van de KNVvL en in het bezit van een KNVvL brevet. 
• Uitsluitend door leden van EMCR mag er met een tijdelijk brevet gevlogen worden.
• In tegenstelling tot wat vermeld staat in het Terreinreglement art. D worden bij E.M.C.R. 
goedgekeurde vliegtuigen/heli’s voorzien van een sticker en ingeschreven in het
keuringsregister. De keuringen worden uitgevoerd door daartoe door het Bestuur
aangewezen leden. 
• Eveneens in tegenstelling tot het Terreinreglement wordt het frequentiebord bij E.M.C.R. 
anders gebruikt. Vóórdat een zender op een bepaald kanaal in werking wordt gesteld, bent
u verplicht uw clubkaart op het frequentiebord op de betreffende plaats (waar het kanaal
staat vermeld) op te hangen en wel zodanig dat de kaart niet weg kan waaien. Dit geldt
niet voor de 2.4 Ghz zenders! 
Een gastvlieger hangt een gastenpas op het bord. 
• Frequentievlaggetje aan de zender is niet verplicht. 
• Vliegtuigen dienen in de pits te worden opgesteld achter de balk, met de staart in de 
richting van het veld. Er moet op worden gelet dat bij het starten en afstellen geen
onnodige overlast wordt veroorzaakt (rook, herrie en stof), dus de staart blijft zoveel 
mogelijk richting veld. Grote toestellen mogen de doorgang in de pits niet belemmeren en 
kunnen eventueel aan het einde van de pits (rechts) worden opgesteld. 
• De ruimte tussen het hoge gras vóór het voorste hek mag gebruikt worden voor het 
starten. 
• Het langdurig laten draaien van motoren mag niet in de pits plaatsvinden, maar wel achter 
de container.
• Vliegers stellen zich tijdens het vliegen op tussen het hek voor de pits en het hoge gras, en 
blijven daar gedurende de gehele vlucht staan. 
Dit geld ook voor heli vliegers die rond vliegen mits zij de 20 meter regel in acht nemen. 
• Om het toestel op het veld te zetten, en weer op te halen, mag maximaal gebruik worden 
gemaakt van 1 helper. Zowel helper als piloot zorgen ervoor dat zij zo kort mogelijk op
het veld zijn. 
• Voordat men het veld betreedt maakt men dit kenbaar. 
• In overleg met de helivliegers wordt er een plaats bepaald waar deze kunnen hooveren.
Dit is altijd buiten de start- en landingsroutes van de vliegtuigen. 
Er is in de container een tekening met daarop de mogelijke posities, voor hooverende
heli’s, bij alle mogelijke windrichtingen. 
• Het is niet toegestaan:
– vanuit de pits te starten of in de pits te taxiën,
– om boven de Noordzeeweg te vliegen, 
– om binnen een afstand van 20 m voor de piloten langs te vliegen, zie de markering, 
– in de richting van de pits op te stijgen,
– in de richting van de pits te landen of te vliegen,
– met een niet goedgekeurd toestel te gaan vliegen. 
• De minimale vlieghoogte buiten het veld is 25 m (terreinreglement art. F4.a). 
Let op eventuele wandelaars op de dijk! 
• Bij eventuele crashes moeten de brokstukken worden opgehaald en afgevoerd door de
piloot/eigenaar. 
Schade aan derden ontstaan door fouten of nalatigheid kan worden verhaald op de
veroorzaker. Bij botsingen in de lucht (mid-air-collision) is er in de meeste gevallen een
wederzijdse “schuld” en is er geen verhaal mogelijk. 
• Bij incidenten, zoals vliegongevallen of bijna ongevallen, moet een incidentenrapport (zit
in Arbomap en kopieën in clubhuis), met een duidelijke beschrijving van het gebeurde, 
ingevuld worden en aan het Bestuur overhandigd worden. Eventuele getuigenverklaringen 
moeten in dit incidentenrapport vermeld worden en aan het rapport worden toegevoegd.
Incidenten zijn b.v. ook; schaden aan derden; letsels bij personen; gevaarlijke
gebeurtenissen. 
• Als het clubgebouw gesloten is zijn de vliegers zelf verantwoordelijk voor EHBO
materiaal. 
• Het is niet toegestaan om je op zodanige wijze te gedragen, of te vliegen, dat het gevaar
oplevert of kan opleveren voor personen of zaken.


Bestuur en Instructeurs E.M.C.R. 

Terug naar boven